Leidt openheid tot betere beleggingen bij ANBI’s?
Transparantie is het toverwoord tegenwoordig. Iedereen (banken en vermogensbeheerders voorop) moet open en duidelijk communiceren. Zo ook in het land van verenigingen en stichtingen. De aanname bij deze transparantie is dat dit leidt tot een beter bestuur. Of dit ook heeft geleid tot betere beleggingen, is nog maar zeer de vraag.
Sinds 2008 jaren kennen wij in Nederland de zogenaamde Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s). Dit heeft bepaalde fiscale voordelen voor die organisaties zelf en ook voor de Nederlandse belastingbetaler die een gift (bijvoorbeeld een schenking) doet aan die organisatie.Sinds 1 januari 2014 bepaalt AWR art. 5b dat de ANBI haar gegevens via internet openbaar maakt. Tevens is de uitvoeringsregeling van de AWR met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Uiterlijk vanaf 1 januari 2014 moet op internet onder andere staan: een financiële verantwoording. De ANBI-status wordt geweigerd of ingetrokken indien een instelling in gebreke blijft ten aanzien van het plaatsen van de vereiste informatie op internet.So far so good, zou je denken. De inhoud van de effectenportefeuilles komt echter ook op het Internet, en dan slaat de vakmatige schrik ons om het hart. Een middagje surfen op het World Wide Web levert een schat aan informatie op, maar tegelijkertijd ook veel pijn in de buik.Je komt zelfs gemeentes tegen met een effectenportefeuille. Na Icesave dachten wij dat ze hun lesje wel hadden geleerd. Dan laten we de Ceteco-affaire (provincie Zuid Holland) maar even buiten beschouwing. Alhoewel, ging in Californië niet de gemeente Orange County in 1994 failliet door verkeerd gebruik van derivaten? Blijkbaar willen wethouders en ambtenaren niet leren van de fouten uit het verleden. We zijn per slot van rekening mensen. Terug naar de ANBI’s, want daar gaat het nu om. Het middel om als bestuur van een ANBI te sturen op de doelstellingen is het beleggingsstatuut. In dit statuut bepaalt het bestuur hoe het doel wordt bereikt, en tegen welke randvoorwaarden. Welke risico’s er wel en niet worden gelopen, is daarbij van cruciaal belang. Een bestuur kan deze risico’s tot drie cijfers achter de komma beredeneren, maar het verdient aanbeveling enige speelruimte aan te houden.
Wat absoluut een randvoorwaarde moet zijn in het beleggingsstatuut is diversificatie, ofwel spreiding. Spreiding van risico over diverse beleggingscategorieën (ook wel assets genoemd). Al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw vinden deze academische ideeën opgang in met name de institutionele beleggingswereld. De asset mix bepaalt bijna negentig procent van het uiteindelijke resultaat. Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat dergelijke studies uitgaan van goed gespreide effectenportefeuilles. Dat wil zeggen voor aandelen: spreiding over namen, regio’s en sectoren. Dit kunnen ook beleggingsstijlen zijn (large versus small cap of value versus growth). Voor obligaties is spreiding ook een vereiste: staats- en bedrijfsleningen, eventueel aangevuld met high yield en emerging market debt. Bij kleinere vermogens kan spreiding in aandelen het best worden gerealiseerd door gebruik te maken van beleggingsfondsen, actief geleid of passief (de zogenaamde trackers).
In het semi-institutionele veld van ANBI’s zijn vele bestuurders echter nog steeds ziende blind en horende doof. Hoe vaak wij nog effectenportefeuilles tegenkomen die niet efficiënt zijn ingericht. Vaak ontstaan vanuit een legaat, waarbij de erflater een grote positie in één bepaald fonds aan de ANBI naliet.
Een belangrijke vraag die dan opkomt is: heeft de erflater bij testament bepaald dat deze unieke positie in stand gehouden moest worden, of heeft het bestuur dit bepaald? Een
beleggingsstatuut kan dan uitkomst bieden. Of het reeds aanwezige beleggingstatuut moet worden aangepast.
Wat voor een ellende een unieke positie teweeg kan brengen kan het VSB Vermogensfonds u het best vertellen. VSB Vermogensfonds bezit en beheert het fondsvermogen van waaruit VSB Fonds uitkeringen doet voor het verwezenlijken van de maatschappelijke doelstellingen. Het Vermogensfonds had 52 miljoen aandelen Fortis (2% van de uitstaande aandelen), maar begin 2009 heeft men zijn laatste aandelen Fortis verkocht. Door de koersval in 2008 is de totale waarde van het bezit van het fonds gedaald van ongeveer €2 miljard naar € 900 miljoen. Het fonds heeft daarom het jaarlijkse budget voor donaties aan het VSB Fonds verlaagd van € 60 miljoen tot € 30 miljoen.
Wat leert dit verhaal? De doelstelling van de ANBI komt in gevaar als er geen goed beleggingsbeleid is. Een goed beleggingsbeleid begint met het hebben van een beleggingsstatuut. Er zijn gelukkig steeds meer bestuurders van ANBI’s die de meerwaarde inzien van een goed beleggingsstatuut. Vanuit Compare Consult bieden wij deze service aan. Zo hebben reeds meerdere stichtingen ervaren dat het hebben van een goed beleggingsstatuut leidt tot een beter rendement, gecorrigeerd voor risico!